icon-dag-168MG icon-dag-7BP icon-dag-1 icon-dag-8GP icon-dag-9MP icon-dag-3 icon-dag-6OhB icon-dag-2 icon-dag-12T10 icon-dag-13T15 icon-dag-14T25 icon-dag-15T30 icon-dag-11T8 icon-dag-10TP icon-dag-4 icon-dag-5

Meditatie: waarom en hoe?

 

Door eerwaarde Geshe Sonam Gyaltsen.
(Vertaling: Hans van den Bogaert, transcript: Simon de Boer.) 

Inhoud

Inleiding
Het belang van meditatie
Verstorende emoties
Wat is meditatie?
Hoe mediteren?
Het object van meditatie
Religie
Concentratie 
Hoe te zitten?
Voorbereidende concentratie op de ademhaling 
Meditatie op een mentaal beeld
De zin van meditatie
Vraag en antwoord

Inleiding

Er is heel veel te doen over meditatie en er zijn veel verschillende soorten meditatie, zowel binnen het boeddhisme als daarbuiten. Immers, meditatie is een activiteit die we ook in andere religies aantreffen. Er zijn bijvoorbeeld meditaties die we zowel in het hindoeïsme als in het boeddhisme aantreffen. Hoewel de manier van mediteren binnen deze religies zeer sterk overeenkomt, zal ik mij vanavond als boeddhistisch leraar beperken tot de boeddhistische vormen van meditatie. Binnen de boeddhistische traditie zien we dat het boeddhisme in de verschillende gebieden waar het zich gevestigd heeft, zoals Tibet, landen als Thailand en landen als Vietnam en Japan, een verschillende invulling heeft gekregen. Hoewel de meditatietechnieken grote overeenkomsten vertonen zijn er verschillen in de benadrukking van de onderwerpen waarop wordt gemediteerd. 
Het feit dat in alle landen waar het boeddhisme voor komt veel gemediteerd wordt geeft al aan dat meditatie overal belangrijk wordt gevonden. Zonder te verwateren in allerlei subtiele verschillen in meditatietechnieken, wil ik in de eerste plaats iets vertellen over het belang van meditatie.

Het belang van meditatie

Het doel van meditatie is om in onze eigen geest een stukje vrede en geluk te verwerven. Het valt overal op dat waar de mensen een grote mate van welvaart hebben bereikt en waar we lichamelijk gezien een grote mate van welbehagen ervaren, dat het welbehagen dat onder andere veroorzaakt wordt door materiële vooruitgang niet automatisch leidt tot mentale vrede en mentaal geluk. Kennelijk moet mentale vrede en mentaal geluk toch uit iets anders dan materiële oorzaken verworven worden. Dat is ook de ervaring van mensen die meer te maken hebben gehad met meditatie. Naarmate onze geest vrediger en gelukkiger is door regelmatig te mediteren, maken de materiële omstandigheden waaronder we leven minder uit. En zo is het zelfs mogelijk dat mensen die materieel gezien het een en ander ontberen toch vredig en gelukkig zijn. Nu zijn er als methode om geestelijk vredig en gelukkig te worden veel verschillende soorten meditaties die qua moeilijkheidsgraad nogal uiteen kunnen lopen. Maar om te begrijpen hoe meditatie over het algemeen werkt, is het nodig te onderzoeken hoe het komt dat onze geest ongelukkig is of onrustig of onvredig. Het boeddhisme wijst ons op allerlei verstorende emoties in onze geest, die ons onrustig en ongelukkig maken wanneer ze zich manifesteren.

Verstorende emoties

De verstorende emoties die onze vrede en geluk verstoren, zoals begeerte en woede, hebben als bron onwetendheid. Anders gezegd, de verstorende emoties, zoals boosheid en ongecontroleerde begeerten, die onze geest kunnen verstoren, komen voort uit onwetendheid. Uit het niet weten of niet kennen van de ware aard van het bestaan. Nu weten we uit eigen ervaring dat we fouten maken als we omtrent iets onwetend zijn en dan toch actief worden. Stel je voor bijvoorbeeld dat iemand, die niet weet hoe je auto moet rijden, achter het stuur gaat zitten en flink gas geeft. Daar komen gegarandeerd problemen van. Iemand die nooit geleerd heeft om te fietsen en dan opeens op een fiets springt, zal waarschijnlijk een enkel of pols breken. Het is een algemeen feit: wanneer we ergens omtrent onwetend zijn en het dan toch proberen te doen, dan is de kans groot dat we daardoor in de problemen komen. Zo ook met het functioneren van onze geest. Nu is het begrip onwetendheid, omdat er zoveel dingen zijn die wij niet weten, een begrip dat op verschillende niveaus kan worden uitgelegd. Wanneer we heel diepzinnig gaan, dan zou het niet alleen voor de strekking van deze avond te ver voeren, maar dan zou u het waarschijnlijk ook niet meteen kunnen volgen, of u zou het niet geloven. En omdat het onderwerp van vanavond niet onwetendheid is, maar meditatie, wil ik dus ook niet te diep ingaan op onwetendheid. Wellicht komt dat in de toekomst nog eens ter sprake. 

Een feit is dat onze geest vaak verstoord wordt door verstorende emoties, omdat we boos worden, ongecontroleerd achter bepaalde begeerten aanrennen of omdat we trots worden en onszelf beter voelen dan anderen of omdat we allerlei onnodige gedachten oproepen die ons onrustig maken. Al deze —wat we in het boeddhisme verstorende emoties noemen— komen voort uit onwetendheid. Daarbij wordt onwetendheid gezien als de wortel en worden verstorende emoties gezien als de stam en takken van de boom die in dit voorbeeld onze geest verstoord. 
Laten we een voorbeeld van een verstorende emotie nemen en zien hoe die onze vredige geest verstoort. Nemen we als voorbeeld ongecontroleerde begeerte. Dit kan allerlei vormen aannemen, bijvoorbeeld de begeerte van een vrouw voor een man of andersom, begeerte naar bepaalde artikelen, begeerte naar consumptiegoederen, een begeerte naar een prachtig huis, enzovoort. Wanneer deze begeerte ons gaat beheersen, komt er een moment dat we eigenlijk nergens anders meer aan kunnen denken. Op dat moment zijn we in de grip van die begeerte. We zijn dan als een dronken persoon die niet meer weet wat hij doet of als een slaaf die een begeerte volgt. Die situatie maakt onze geest onrustig en dat maakt ons uitermate onvredig. Dat hoeft allemaal niet spectaculair en groots te worden. Stel dat u vanavond wel aanwezig bent en probeert om de lezing te volgen, maar in gedachten bent u bij een vriendin in Amsterdam of Leeuwarden of waar dan ook en u zit constant aan die persoon te denken. Dan is het logisch dat uw geest dermate onrustig is dat u niet meer kunt volgen wat hier wordt gezegd. 

Doorgaans zijn er momenten waarop we vredig zijn en onze aandacht kunnen richten, maar er zijn ook momenten waarop we door een bepaald sterk verlangen, of door andere verstorende emoties zoals woede of irritatie, niet langer de baas zijn over onze eigen geest, maar in die emotie worden meegesleurd. De verstorende emotie woede is nog een duidelijker voorbeeld, want we weten dat iemand die van nature vredelievend is in staat kan zijn tot agressieve daden als hij echt boos wordt. Iemand die misschien nooit slaat of zelfs niet neigt tot slaan, kan als hij echt boos wordt buiten zinnen raken, zo worden meegesleurd door de verstorende emotie woede dat hij wel iemand slaat. 

We weten uit eigen ervaring dat we niet blij zijn als we boos zijn. Bovendien maken we anderen ongelukkig. Een volgende verstorende emotie die we ook allemaal kennen is trots. Niet zozeer op kwaliteiten die je ook hebt, maar verstorende trots die uit zelfoverschatting voortkomt en die leidt tot een soort opgeblazen gevoel, waarbij we onszelf superieur achten aan anderen. Deze trots kan gebaseerd zijn op bepaalde kwaliteiten, op een mooi lichaam of op een bewegingstechniek die men beheerst. Als zo'n kwaliteit aanleiding is voor een opgeblazen gevoel, dan sluit ons dat uit voor een objectief en oprecht contact met andere mensen. We voelen ons dan zo boven iedereen verheven dat we niet meer normaal kunnen communiceren. 

Een volgende verstorende emotie die onze vredigheid en geluk verstoort zijn verstorende gedachten. Dat is wat we ook wel "malen" noemen, het voortdurend door gaan in bepaalde gedachten en die gedachtentrein niet meer stil kunnen zetten. Het doelloos malen noemen we in het Tibetaans "nam tok", wat neerkomt op onnodig denken. Bijvoorbeeld je ergens onnodig zorgen over maken. Of allerlei verlangens koesteren die toch niet haalbaar zijn. Heel veel mensen zijn intens door doelloze, onnodige gedachten verstoord. 
Een ander voorbeeld voor zulke verstorende of onnodige gedachten zijn gedachten van achterdocht. Bijvoorbeeld wanneer we ergens twee mensen met elkaar zien spreken en dan denken dat het over ons gaat. We kunnen ons afvragen wat ze over ons vertellen, hoe we kunnen beïnvloeden wat ze zeggen, enzovoort. Dit soort nutteloze gedachten kunnen de geest dusdanig beheersen dat we daardoor niet alleen onrustig en onvredig, maar ook ongelukkig worden. 

We hebben nu geconstateerd dat er factoren zijn in onze geest die af en toe opkomen, zoals trots of woede en die onze geest dan ongelukkig en onvredig maken. Maar wat is nu meditatie?

Wat is meditatie?

Meditatie is het ontwikkelen van een tegenkracht tegen de verstorende emoties, zodat ze minder vaak, minder sterk, minder krachtig opkomen. Bijvoorbeeld mediteren waardoor onze ongecontroleerde begeerten afnemen of onze woede of trots afneemt. Naarmate de verstorende factoren in onze geest afnemen, verwerven we een stukje geluk. In alle boeddhistische teksten wordt geadviseerd om regelmatig een soort evaluatie te doen van je eigen geest en daarin te onderzoeken welke verstorende emotie in je eigen individuele geval de meeste invloed heeft. Juist die verstorende emotie dien je het eerst aan te pakken. Voor de een is dat woede, voor de ander trots of begeerte. Ik denk dat de beste en daarmee ook de meest effectieve meditaties, die meditaties zijn waardoor onze verstorende emoties afnemen. 
Tegenwoordig echter zijn de meditaties die veel oppervlakkiger blijven maar die een soort ontsnapping bieden van de sleur en de stress van het dagelijks bestaan, razend populair. Dat is op zich niet zo verwonderlijk, want het is met een klein beetje oefening en een enkele concentratietechniek mogelijk om bijvoorbeeld aan de stress en de onrust die we de hele dag op het werk oplopen te ontsnappen. Met een concentratieoefening kunnen we onze gedachten trainen en onnodige gedachten stoppen. Dat is al met een beetje oefening te realiseren. Hoewel zo'n meditatie niet erg diepzinnig is en niet erg ver gaat, levert ze wel een onmiddellijke opluchting. 
Nu hoeft het een het ander niet helemaal uit te sluiten. We kunnen best een meditatietechniek leren om dat stukje opluchting te krijgen omdat we graag ontsnappen aan de stress van het dagelijks leven, en tegelijkertijd in ons achterhoofd houden dat we ook moeten mediteren om onze verstorende emoties te overwinnen. Deze twee kunnen best samengaan. U begrijpt dan in elk geval het antwoord op de eerste vraag in de titel van deze avond: meditatie, waarom? Om gelukkiger en vrediger te worden en uiteindelijk de verstorende emoties uit onze eigen geest te overwinnen zodat we echt gelukkig worden.

Hoe mediteren?

Hoe doen we dat mediteren dan? Er zijn vele soorten meditaties: loopmeditaties, waarbij we proberen bedachtzaam te zijn en ons van elke fase van de bewegingen die we maken bewust te worden. En er zijn meditaties waarbij we gaan zitten. Er zijn buiten de boeddhistische meditaties ook meditaties waarbij men probeert helemaal aan niets te denken en de geest totaal leeg te maken zonder een enkel object. Dat is niet boeddhistisch, want in het boeddhisme nemen we juist wel een object. Ik denk dat meditaties op niets weinig opleveren. Ik doe deze meditaties zelf dan ook niet. Ik kan me echter goed voorstellen dat als je probeert aan niets te denken en alle gedachten buiten sluit dat wel een stukje rust geeft, daarmee ook de onnodige gedachten tot rust komen en er enige ontspanning gevonden wordt. Zelf noem ik deze ontspanning eerder een ontsnapping uit de realiteit dan een geestelijke ontwikkeling. 
Stel dat je allemaal problemen hebt en je kan ze een tijdje buiten de aandacht sluiten, dan is het net alsof deze problemen er ook niet zijn. Dat is een leuke ontspanning tot het moment dat we uit de ontspanning ontwaken en ontdekken dat de problemen misschien nog wel groter zijn geworden. Ik kan me best voorstellen dat het even ontspanning biedt. Aan de andere kant weet ik zeker dat het niets oplost. 
Als we, zoals in het boeddhisme gedaan wordt, onze onrustige geest zien als een aap die geen twee seconden stil kan blijven zitten, kunnen we een vergelijking maken met een aap die in een donkere kooi wordt opgesloten. In die donkere kist is hij even rustig. Maar zodra de kist opengaat springt hij er met twee keer zoveel enthousiasme uit. De aap is door die korte opsluiting in een donkere kist allerminst tam geworden. Een heel andere manier is het temmen van de aap door hem eerst met snoepjes die het aapje lekker vindt zo gunstig te stemmen dat hij aandacht krijgt voor de temmer, het baasje, zodat hij geleidelijk van binnen wat rustiger wordt. Als hij van binnen wat rustiger wordt, dan zal hij echt wat rustiger worden. Dit is te vergelijken met de boeddhistische manier van mediteren, waarbij we op een vriendelijke, doch dringende manier, onze eigen geest temmen.

Het object van meditatie

Dit voorbeeld geeft al aan dat we in de boeddhistische meditaties, waarbij we geleidelijk en vriendelijk onze geest proberen te temmen, een bepaald object kiezen waarop we mediteren. We mediteren dus niet op niets, maar we mediteren altijd op iets. Er zijn veel verschillende objecten die in aanmerking komen, we hebben veel vrijheid in het kiezen van een object. 
Het is erg belangrijk een object van meditatie uit te zoeken en dan langere tijd datzelfde object te gebruiken. Welk object mag men zelf weten. Zo zal een boeddhist al gauw een mentaal beeld van een Boeddha als object nemen of een mentaal beeld van een spirituele leraar. Maar het is ook goed mogelijk, met name voor Christenen, een mentaal beeld van Christus als object te nemen. Voor mensen die buiten alle religieuze tradities willen blijven is het goed mogelijk een bloem als object te nemen of een kaarsvlam. 
In alle gevallen is meditatie een training van onze geest en niet van onze ogen. Daarom concentreren we ons op het mentaal beeld van een object en niet op het object zelf. Of we nu een Boeddhabeeld, een Christusfiguur of een bloem nemen, we kijken er eerst goed naar met onze ogen en vervolgens, terwijl we onze ogen sluiten, roepen we een mentaal beeld op waarop we ons concentreren. Terwijl we ons concentreren, proberen we het beeld zo lang mogelijk vast te houden, zonder aan iets anders te denken. Hoewel we ons ook kunnen concentreren op een bloem, denk ik dat het concentreren op een religieuze figuur toch heilzamer en effectiever is. Zo'n gezegende figuur heeft extra uitstraling. En behalve dat er dan een concentratie ontwikkeld wordt met de Christus- of Boeddhafiguur als object, wordt het ook gemakkelijker aan die Christus of Boeddha te denken. In tijden van geestelijke nood of tijdens het sterven kan dit uitkomst bieden. De meditatie heeft op die manier meerdere effecten tegelijkertijd. Maar nogmaals, mensen die zich niet verbonden voelen met een religieuze traditie kunnen ook hun geest ontwikkelen, die kunnen ook vrediger en gelukkiger worden en kiezen dan een neutraler meditatieobject.

Religie

Daarbij moet ik wel aantekenen dat mensen die geen religieuze traditie volgen niet veel verder komen dan het verwerven van wat tijdelijke vrede en geluk in hun geest. Terwijl mensen die wel een religieuze traditie volgen op een gegeven moment via dat tijdelijke geluk een uiteindelijk geluk zullen bereiken. Wat iedereen zal ervaren wanneer we proberen een meditatieobject in de aandacht te houden, is dat het maar een paar seconden lang lukt. Binnen een paar seconden is er een andere gedachte voor in de plaats gekomen. Dat is dus heel normaal want zo onrustig is onze geest. Maar met wat oefening zal onze geest erin slagen dat mentale beeld, het meditatieobject, wél enige minuten onverstoord in de aandacht te houden. Of we nu Christen of Boeddhist zijn, wanneer we erin slagen het mentale beeld van de Christus of de Boeddha vijf minuten in de aandacht te houden zonder ergens anders aan te denken, dan zijn we al een heel eind.

Concentratie

Hoe komt het dan dat het zo moeilijk is om onze aandacht langer dan een paar seconden, of in het gunstigste geval enkele minuten, op een object gericht te houden? Dat komt omdat de verstorende emoties, waar we het in het begin over hadden, staan te dringen om aandacht. Of er komen verlangens op, of er komen irritaties op, of er komen gedachten van trots op. Al die gedachten waar we inmiddels gewend aan zijn geraakt, komen steeds weer op. Met een beetje oplettendheid is het niet zo moeilijk te achterhalen waardoor onze concentratie verstoord wordt. Komt dit door een bepaald verlangen? Komt het door irritaties? Het is belangrijk te kijken wat precies onze concentratie verstoort. 
Wanneer we bijvoorbeeld kunnen vaststellen dat ons gebrek aan concentratie voortkomt uit allerlei onnodige gedachten, uit een soort onbeheersbare gedachtentrein, dan is de methode om deze gedachten te pacificeren een tijdje op de ademhaling te letten. Dat wil zeggen te letten op hoe de ademhaling van binnen naar buiten stroomt en weer terug, zonder de ademhaling te veranderen. Eventueel kun je de ademhaling tellen om je gemakkelijker te kunnen concentreren. Het concentreren op de ademhaling pacificeert de onnodige gedachten, het brengt de onnodige gedachten tot rust.

Hoe te zitten?

Heel belangrijk voor dit soort concentratieoefeningen is de manier waarop we zitten. In heel Azië mediteren mensen op de grond, niet op een stoel, met de rug gestrekt. De reden daarvoor is dat het voor meditatie belangrijk is dat onze ruggengraat, onze wervelkolom, verticaal rechtop is. Dat komt de helderheid van onze geest ten goede. Op een stoel is het moeilijker rechtop te zitten, hoewel het na enige oefening wel kan. We zijn in het Westen gewend om te hangen. Dat is best wel lekker en ontspannend, maar het komt de helderheid niet ten goede. Wellicht vraagt u zich af wat de geest te maken heeft met de ruggengraat. Welnu, in en langs de wervelkolom lopen de voornaamste meridianen, de subtiele energiekanalen die de aanvoer leveren van energie naar onze geest. Wanneer de kanalen gestrekt zijn kan de energie gemakkelijker stromen en dat komt de helderheid van geest ten goede. Vergelijkt u dat maar met een waterleiding. Als een waterleiding recht is kan het water vrij stromen, zijn er allerlei bochten of is de leiding afgeknepen, dan wordt de stroom van het water belemmerd. Wanneer wij in een stoel hangen wordt de doorvoer van die energie belemmerd. We kunnen ervaren hoe dit werkt als we een probleem moeten oplossen waar we veel over moeten nadenken. Op een examen kunnen we bijvoorbeeld ervaren dat ons hoofd warmloopt. Dan krijgen we het er warm van, dat is te meten, omdat ons hoofd extra werk moet leveren. De werking van onze geest is afhankelijk van de subtiele energie in onze kanalen en het functioneren van onze hersenen. Naarmate de energie beter stroomt en de hersenen beter werken wordt onze geest helderder, dus zitten we tijdens de meditatie zoveel mogelijk rechtop. 
We houden het hoofd ietwat neergebogen en de ogen halfopen. Met de ogen wijd open zijn we snel afgeleid, met de ogen geheel gesloten vallen we snel in slaap. In het algemeen wordt in het boeddhisme geadviseerd om de ogen een klein beetje open te houden. Als we eenmaal zijn gewend met gesloten ogen te mediteren, is het lastig later met de ogen open te mediteren. Bovendien is de associatie met slaap sterk.

Voorbereidende concentratie op de ademhaling

Met een goede zithouding gaan we de ademhaling tellen om ons beter te concentreren. Er zijn verschillende oefeningen om de aandacht op de ademhaling te vestigen. We kunnen de ademhaling volgen bij het naar buiten en binnen stromen en dan tellen. We kunnen ook in rondjes denken, dat verhoogt de aandacht nog meer. Bijvoorbeeld inademen via het linkerneusgat en uitademen via het rechterneusgat. Dat zeven keer. Dan vice versa. Zeven keer rechts in, links uit. Dan zeven keer door beide neusgaten in en uit. Het gaat er niet om dat we echt zo ademen, maar we stellen ons voor dat we zo ademen om de aandacht op de ademhaling te vestigen. Door op deze manier drie keer in rondjes van elk zeven keer, dus 21 keer te ademen, zullen we erin slagen de aandacht op de ademhaling vast te houden en daarmee worden de onnodige gedachten gepacificeerd. De gedachten houden door deze concentratiemeditatie op. Vooral mensen die erg onrustig zijn en door hun onrustige gedachten niet happy zijn, zullen ervaren dat deze eenvoudige meditatie al vrij snel effect heeft. 
Dit is tot zover een concentratieoefening, waarbij we onnodige gedachten tijdelijk kunnen loslaten. Er wordt geadviseerd deze meditatie te doen in een schone ruimte. Sowieso heeft een opgeruimd huis een opgeruimd effect in onze geest. Vreemd maar waar. Mochten we door tijdgebrek of omdat we het nut niet inzien ons huis niet opruimen, dan wordt ons geadviseerd naar een park te gaan om deze meditatie te doen.

Meditatie op een mentaal beeld

Nadat we na 21 of meerdere keren tellen van de ademhaling erin geslaagd zijn onze geest tot rust te brengen, concentreren we ons op het van tevoren uitgekozen concentratieobject. We roepen het mentale beeld in onze herinnering op en proberen het zo lang mogelijk vast te houden. Je kunt daartoe bijvoorbeeld tegen jezelf zeggen: "Nu even nergens anders aan denken. Al die andere dingen zie ik straks wel weer". 
Als we ons concentreren op een mentaal beeld van een Boeddha- of Christusfiguur zullen we zien dat het niet meteen helder wordt. We zouden het natuurlijk graag helder hebben, maar dat lukt niet. Op dit punt is de instructie om het niet helderder te willen maken dan het is. Gaan we al onze energie besteden aan het helder maken van het mentale beeld, dan zijn we weer afgeleid en niet echt aan het concentreren. Onze geest is nu eenmaal nog niet erg helder en dat moeten we accepteren. Dus we moeten het mentale beeld voorlopig vasthouden zoals het zich aandient. Wanneer we met onze ogen naar een Boeddhafiguur of een Christusbeeld kijken dan zien we elk detail. Dan is het erg echt. Wanneer we het ons mentaal voorstellen, dan "zien" we wellicht de ogen niet of de gewaden zijn niet zo mooi geplooid. Er ontbreekt nog van alles aan, maar wanneer we ons blijven concentreren komen de ogen wel tevoorschijn en de plooien in de gewaden worden dan wel erg helder in ons mentale beeld. Dit is in het kort een volledige instructie in een boeddhistische meditatietechniek.

De zin van meditatie

Het nut van deze concentratieoefening is dat we meer controle krijgen over onze geest. Waren we in het begin nog als de aap die met veel kracht en enthousiasme uit zijn doosje springt, op een gegeven moment zijn we als een getemde persoon. Dat wil zeggen dat we onze aandacht kunnen richten op wat we maar willen en we kunnen de aandacht daarop gericht houden. Dat heeft onmiddellijke voordelen voor onze studie, werk en natuurlijk voor het spirituele pad. Doordat we onze geest meer onder controle krijgen, kunnen we ook onze problemen in onze geest steeds beter overwinnen. We kunnen onze onrust steeds beter te lijf, we kunnen onze loomheid steeds gemakkelijker overwinnen, we krijgen onze geest steeds helderder ook wanneer we moe zijn en we kunnen de capaciteit van onze geest compleet aanwenden waar we ook maar willen. 
Uiteindelijk leiden deze meditatieoefeningen tot éénpuntige concentratie. Deze éénpuntige concentratie kenmerkt zich door het volledig ter beschikking hebben van ons lichaam en volledig de beschikking hebben over onze geest, terwijl lichamelijk en geestelijk extase wordt ervaren. De situatie is nu nog zo dat het lichaam na een uurtje zitten al ongemakkelijk begint te worden en we de neiging krijgen om op te staan. Door éénpuntige concentratie ervaren we fysieke extase, en ervaren we ons lichaam als licht, als een afwezigheid van zwaartekracht. Het lichaam is zo soepel en behaaglijk, dat we weken, maanden, jaren zouden kunnen blijven zitten zonder dat het ons enig lichamelijk ongemak oplevert. Het is op zich heel bijzonder en waarschijnlijk moeilijk voor te stellen dat een complete controle over je eigen geest leidt tot een gevoel van extase en dat het gevoel van mentale extase leidt tot fysieke extase. Het is het volledig kunnen gebruiken van je lichaam zoals je dat wilt zonder dat moeheid optreedt of ongemak wordt gevoeld. 
Los van dit soort bonussen die bij éénpuntige concentratie ontstaan, geeft de capaciteit de eigen geest naar believen te gebruiken ons de mogelijkheid om alle verschillende fasen van het boeddhistische pad versneld te doorlopen. Door het vermogen geconcentreerd te blijven kunnen we immers de aandacht richten en gericht houden. Daardoor kunnen we alles wat we ondernemen tot een goed einde brengen. Het hele boeddhistische pad is met de capaciteit van concentratie redelijk snel te doorlopen. En ik denk dat dit het allergrootste voordeel is van meditatie. Het helpt ons de capaciteit van onze eigen geest samen te voegen tot een zeer gerichte capaciteit. Gewoonlijk is alles wat we ondernemen moeizaam en traag, omdat onze aandacht diffuus is. De capaciteit van ons bewustzijn is verspreid. We denken ergens anders aan en er gebeurt onmiddellijk alweer wat anders. We zijn doorgaans niet erg gericht bezig. Vergelijk het maar met het diffuse licht van een gloeilampje tegenover de capaciteit van een laserstraal. Of vergelijk het met het water van een beekje dat rustig voortkabbelt en weinig kracht heeft, dat samengevoegd in een stuwmeer zoveel kracht kan leveren, dat het energiecentrales kan draaien. 
Tot op zekere hoogte kent u dit fenomeen uit eigen ervaring. U heeft allemaal op school gezeten en gestudeerd. Wanneer u aan het studeren bent en tegelijkertijd iedereen voorbij ziet gaan, dus alles om u heen in de gaten houdt, wordt de stof maar gedeeltelijk opgenomen en slecht onthouden. 
Dit is dan een heel algemene inleiding op de boeddhistische meditatie. We begrijpen het doel, de manier waarop concentratiemeditaties gedaan kunnen worden en het tijdelijke en uiteindelijke resultaat ervan.

Vraag: Wat hebben hindoeïsme en boeddhisme met elkaar te maken? 
Geshe la: Het grootste verschil is dat het boeddhisme is onderwezen door de boeddha Sakyamoenie en het hindoeïsme niet. In het boeddhisme streven we naar bevrijding en boeddhaschap. Er zijn in het kader van de manier waarop naar bevrijding en boeddhaschap gestreefd wordt talrijke verschilpunten aan te tonen. Er zijn ook overeenkomsten. Bijvoorbeeld in termen van meditatietechnieken doen ook Hindoes veel aan concentratiemeditatie. Dus hoewel ik de meditatie vanavond vanuit de boeddhistische traditie heb uitgelegd, doen de hindoes ook concentratiemeditaties. Ook zij proberen de verstorende emoties te overwinnen om zo vrediger en gelukkiger te worden. Ook zij mediteren op een religieus figuur. 
Het grootste verschil is dat alle hindoes geloven in een schepper God en dat in het boeddhisme de schepping verklaard wordt uit het karma.

Vraag: Worden met meditatie doelen beoogd of is de meditatie zelf het doel? 
Geshe la: Het ligt eraan hoe je meditatie gebruikt. Als meditatie gebruikt wordt als ontspanningsoefening, dan is de ontspanning het doel en kom je er ook niet veel verder mee. Als je het mediteren integreert in een spiritueel pad kom je er wel verder mee. Binnen de boeddhistische traditie leidt het mediteren uiteindelijk tot bevrijding en boeddhaschap. Bevrijding en boeddhaschap is het doel en het mediteren is de weg. Dat is ook het voordeel van het gebruiken van meditatie binnen een veilige en beproefde traditie als het boeddhisme. Niet dat we het boeddhisme aan de man proberen te brengen, maar via het boeddhisme kan onze geest zodanig transformeren dat we bevrijding van de kringloop van gebrekkige wedergeboorten bereiken en zelfs voor het welzijn van anderen boeddha worden. Bevrijding en ook boeddhaschap zijn een staat van voortdurend geluk.