Inleiding in het Tibetaans Boeddhisme
Een lezing van de eerwaarde Geshe Sonam Gyaltsen
Vertaling Hans van den Bogaert.
Inhoud:
- Shakyamoenie Boeddha
- Hinayana en Mahayana
- Vele mensen, vele methodes
- Karma
- Streven naar geluk
- Naastenliefde
- Onderlinge afhankelijkheid
- Boeddhistische tantra
- Drie hoofdzaken van het pad
- Dharma
Shakyamoenie Boeddha
Het boeddhisme komt zoals je weet van de historische Boeddha Shakyamoenie en is meer dan 2500 jaar oud. Ongeveer 560 voor Christus werd de historische Boeddha als Prins Siddharta in een koninklijke familie in een klein koninkrijkje in Noord-India geboren. Als Indiase prins had hij een zeer comfortabel en rijk leven. Maar ondanks de welvaart en het comfort dat een prins in die tijd in India kon ervaren, was hij niet tevreden met zijn bestaan. Toen hij in de wereld om het paleis heen geconfronteerd werd met ziekte, ouderdom en dood, besloot hij zijn koninklijke outfit aan de kapstok te hangen en te zoeken naar de diepere zin van het leven. Dat was zeer tegen de wens van zijn vader en moeder in. Met name de vader van Prins Siddharta had zijn hoop gesteld op een troonopvolger en Siddharta was de enige zoon. Daarom deed de koning er ook alles aan om het lijden uit de buurt van de prins te houden en het koninklijke leven als een rooskleurig geheel voor te schilderen.
Niet alleen werd Prins Siddharta geconfronteerd met het lijden door ouderdom, ziekte en dood, hij zag ook een Indiase yogi, iemand die het wereldse leven vaarwel had gezegd om naar spirituele waarden te zoeken. Dat inspireerde de prins ertoe hetzelfde te doen. Er zijn verschillende verhalen over de onthechting van Prins Siddharta. Een verhaal is dat de emanatie van één van de Hindoegoden verscheen als een zwervende dakloze monnik en de Boeddha inspireerde het spirituele pad op te gaan. Een andere versie van het verhaal is dat er een Hindoe-yogi langsliep waardoor de Boeddha werd geïnspireerd het spirituele pad te volgen.
Hinayana en Mahayana
Binnen het boeddhisme als geheel onderscheiden we het Hinayana, het bescheiden voertuig en het Mahayana, het grote voertuig. Zelfs de levensloop van de historische Boeddha wordt in deze twee stromingen verschillend beschreven. In het Mahayana is er veel meer magie en zijn er verhalen over de Hindoegoden. En in het Hinayana is de levensloop van de Boeddha veel meer een historisch feitelijk verhaal. Het is nuttig dit te weten omdat er in de boeddhistische wereld een aantal landen is waar het Hinayana boeddhisme wordt gevolgd, waaronder Sri Lanka, Thailand en Birma en een aantal landen waar het Mahayana boeddhisme wordt gevolgd zoals Tibet, het oude China, Taiwan, Vietnam en Japan.
De termen Hinayana en Mahayana zijn nooit door de Boeddha zelf gebruikt. De Boeddha gaf onderricht dat was afgestemd op verschillende soorten volgelingen met een verschillende capaciteit, aanleg en intelligentieniveau en met een verschillende maatschappelijke betrokkenheid. Pas later zijn groepen onderricht van de Boeddha ingedeeld onder de noemer Hinayana en Mahayana. Ik zal proberen het belangrijke verschil tussen Hinayana en Mahayana aan de hand van een politiek voorbeeld, dat we misschien gemakkelijker herkennen, duidelijk te maken. Stel dat er in Nederland mensen zijn die zich sterk maken voor het welvaartsniveau en het geluksniveau van de mensen in Nederland en zich weinig bekommeren om de internationale politiek en het welvaartsniveau van mensen in andere landen. Dit zou je voorzichtig kunnen vergelijken met de Hinayana motivatie, een bescheiden motivatie als een denken op kleinere schaal. In dit voorbeeld zou de Mahayana motivatie het werken en denken aan het welvaartsniveau en geluk van alle mensen in alle landen van de hele wereld zijn. Het een is niet noodzakelijk beter dan het andere, althans niet in het boeddhisme. Er zijn mensen die zich op kleinere schaal kunnen inspannen en er zijn mensen die veel meer kunnen.
Vele mensen, vele methodes
Hoe dan ook, de historische Boeddha als prins Siddharta heeft zijn comfortabele, ouderlijk paleis verlaten, is in meditatie gegaan en heeft het boeddhaschap, de staat van verlichting en het hoogst mogelijke niveau van geestelijke evolutie bereikt, met de motivatie het welzijn van alle verschillende soorten wezens te vergroten. Na het bereiken van de verlichting heeft hij 45 jaar lang de boeddhistische leer onderwezen.
Omdat de Boeddha dus 45 jaar lang het boeddhisme heeft onderwezen aan een sterk uiteenlopend publiek, heeft hij veel methoden en technieken onderwezen, die eigenlijk allemaal gericht zijn op het pacificeren van verstorende factoren in de geest, waardoor innerlijke vrede ontstaat. De veelheid aan leringen die door de historische Boeddha zijn gegeven kennen we tegenwoordig als de verschillende Soetra's en Tantra's, de teksten waarin de leringen staan opgetekend. Daarbij heeft de Boeddha bovendien informatie verschaft over medicijnen en geneeskunst die de basis vormen van de huidige Tibetaanse geneeskunde.
Maar los daarvan zijn er verschillende filosofische leerstellingen gecategoriseerd in de vier filosofische scholen van het boeddhisme. De verschillende invalshoeken van de vier grote filosofische stromingen binnen het boeddhisme zijn erop gericht onze eigen geest te bedwingen, onze eigen geest te pacificeren en daardoor gelukkiger te worden.
Heel bijzonder is dat al die leringen van de Boeddha bijdragen aan het geluk van alle wezens en ook bedoeld zijn voor het geluk van alle wezens. Boeddha was er immers niet op uit zelf gelukkig te worden maar heeft zijn hele spirituele carrière, vanaf het moment dat hij het ouderlijke paleis verliet, gebaseerd op de wens iedereen gelukkig te willen maken. Van het begin af aan was de zoektocht van Boeddha erop gericht alle wezens, alle mensen, alle dieren enzovoort, gelukkig te maken. Omdat de motivatie van de Boeddha zo universeel is, is zijn methode ook universeel toepasbaar. Zijn geneeskunst en zijn filosofie zijn effectief voor alle verschillende wezens. Je hoeft geen boeddhist te zijn, je hoeft geen Tibetaan te zijn om baat te vinden bij de boeddhistische geneesmethode en bij de boeddhistische filosofie.
Ik denk dat het een uniek aspect is van de boeddhistische leer, dat ze helemaal is onderwezen om verschillende soorten wezens te helpen. Daarom sluiten de adviezen van de Boeddha, de instructies, de leerstellingen, de handleidingen voor positief denken en voor mediteren ook naadloos aan bij de behoeften van de verschillende mensen. De leer van de Boeddha voorziet in de behoeften van verschillende personen. De Boeddha had niet de behoefte "ik weet iets dus ik moest zo nodig iets kwijt", nee, de Boeddha gaf zijn adviezen altijd in antwoord op vragen, in antwoord op behoeften van noodlijdende wezens.
Nu zijn er in het boeddhisme, omdat het steeds gegeven werd in antwoord op behoeften van verschillende personen, heel veel verschillende methoden en technieken, heel veel ideeën ook die door de Boeddha zijn geformuleerd als een hulpmiddel om gelukkiger te worden. Er zijn maar liefst 84.000 verschillende leerstellingen. Dat maakt het boeddhisme complex, omdat het heel omvangrijk is. Aan de andere kant is er een enorme vrijheid om binnen die 84.000 leerstellingen te kiezen wat voor ons persoonlijk aantrekkelijk en effectief is. Als ik mijzelf als voorbeeld mag geven, ik ben toen ik 6 jaar was monnik geworden en heb als monnik altijd heel intensief de boeddhistische leer bestudeerd en beoefend. Daarbij heb ik steeds weer opnieuw ontdekt dat er alle vrijheid is zelf keuzes te maken. Er wordt nooit iets van boven af opgelegd.
Karma
Wanneer we de belangrijke boeddhistische principes van karma, oorzaken en gevolgen onderzoeken, dan zien we daarin een bepaalde wetmatigheid die ons doet denken aan de wetboeken van strafrecht en dergelijke, maar dat is een verkeerde waarneming. De wet van oorzaak en gevolg is de beschrijving van een natuurwet. Als we het één doen, dan gebeurt daardoor het andere. De leer van het karma is dan ook niet door de Boeddha bedacht, hij heeft ons enkel gewezen op de aanwezigheid van oorzakelijkheid in ons eigen leven. Hij heeft duidelijk gemaakt dat we door de oorzakelijkheid te bestuderen en door er vat op te krijgen, wij de scheppers zijn van ons eigen geluk en ons eigen lijden. Door met deze kennis verstandig om te gaan, verhogen we de kwaliteit van ons eigen leven.
Streven naar geluk
Tot op de dag van vandaag is de grote kracht van het boeddhisme het uitgangspunt dat alle wezens, alle mensen, alle dieren enzovoort in beweging zijn met maar één doel: gelukkig te worden en problemen te voorkomen. Die universele behoefte gelukkig te worden en niet meer te hoeven lijden is een wens die alle wezens met elkaar delen. Toch zijn er maar weinige mensen en dieren die er in slagen echt gelukkig te worden. Daarom komt het boeddhisme heel goed van pas. Het leert ons hoe we specifieke oorzaken kunnen creëren om gelukkig te worden en hoe we de oorzaken die problemen creëren kunnen vermijden. Een probleem daarbij is dat alle wezens, die net als wij allemaal gelukkig willen zijn, allemaal egoïstisch zijn. Het is heel normaal en heel natuurlijk om egoïstisch te zijn, maar daarmee ontstaat het gevaar dat we in het streven naar ons geluk de anderen te kort doen. Daarom wijst het boeddhisme erop dat wij in ons streven naar ons geluk er juist voor moeten waken dat we anderen geen geweld aan doen. Doen we dat wel, dan zullen we uiteindelijk ongelukkiger worden.
Naastenliefde
De Boeddha heeft een vrij eenvoudige oplossing voor dit dilemma en zegt: Alle wezens willen gelukkig zijn en alle wezens zijn in feite egoïstisch. Het is belangrijk in te zien dat anderen net zo zijn als wij. Als we vervolgens bedenken dat anderen ook geen problemen willen net als wij, dan kunnen wij ervoor zorgen dat we in ons streven naar ons persoonlijke geluk de ander geen geweld aan doen en begrip ontwikkelen voor de situatie van de ander. Het is juist het bewustzijn van de situatie van de ander dat de basis ethiek vormt van het boeddhisme en ervoor zorgt dat het boeddhisme zo vermaard is geworden voor zijn praktijk van geweldloosheid. De basisethiek van geweldloosheid is het streven naar persoonlijk geluk zonder daarbij de ander geweld aan te doen. Dit noemen we in het Christendom naastenliefde: een gevoel van liefde en mededogen voor de medemens op basis waarvan de beoefening van vrijgevigheid tot stand komt.
Ik ben dan ook blij te kunnen constateren dat vanuit de Christelijke invalshoek veel gedaan wordt voor de medemens. Die naastenliefde is het gevolg van mededogen en liefde voor de medemens, waarbij we niet alleen proberen gelukkig te worden zonder de ander geweld aan te doen, maar daarbij ook nog eens proberen de ander actief te helpen. Deze hulpvaardigheid zien we in het boeddhisme uitgewerkt in de meditaties op liefde en mededogen. De praktijk dient gebaseerd te zijn op liefde en mededogen die we als geestelijke waarden in onze eigen geest tot ontwikkeling brengen. Ik zal vandaag niet verder ingaan op de methoden om liefde en mededogen in de eigen geest tot ontwikkeling te brengen. Uiteindelijk ben ik alleen maar gevraagd om een korte introductie te geven en niet om feitelijke meditatietechnieken te onderwijzen.
Onderlinge afhankelijkheid
Naast de praktijk waarbij het boeddhisme zich sterk maakt voor liefde en mededogen en een basisethiek van geweldloosheid aanhangt, houdt de theorie zich bezig met het onderling afhankelijk ontstaan van alle verschijnselen.
Met de wens dat anderen niet lijden, dus met mededogen voor anderen, streven we ernaar geweldloos te zijn en in de breedste zin van het woord anderen geen geweld aan te doen. Ook niet door onze mening op te dringen of iets dergelijks. We proberen altijd geweldloos te zijn en op basis van liefde de ander gelukkig te maken waar we kunnen. Ik denk zelf dat het een mooie praktijk is van het boeddhisme, vanuit mededogen - de wens dat een ander niet hoeft te lijden - geweldloos te zijn en vanuit liefde - de wens dat een ander gelukkig is - te helpen daar waar we kunnen.
Als we vervolgens die boeddhistische praktijk met het aspect van wijsheid combineren vanuit het idee van onderling afhankelijk ontstaan, door te beseffen dat alle verschillende verschijnselen niet op eigen kracht bestaan maar altijd bestaan in onderling afhankelijke relaties met oorzaken en omstandigheden, dan begrijpen we ook steeds beter hoe de wereld waarin wij leven in elkaar steekt. Het is juist eigenlijk wel heel erg prettig dat alles wat bestaat afhankelijk is van oorzaken en omstandigheden. Immers ook ons geluk is afhankelijk van oorzaken en omstandigheden. Ook onze problemen komen niet uit de lucht vallen maar hebben specifieke oorzaken en omstandigheden. Naarmate we daarvan meer begrijpen, des te beter we in staat zullen zijn de oorzaken voor geluk te creëren en oorzaken voor problemen te voorkomen.
Oorzaken voor geluk zijn heilzame activiteiten, de dingen die we doen, zeggen en denken, die goed zijn voor onszelf en voor anderen. Schadelijke activiteiten veroorzaken problemen. Het besef dat alles wat bestaat het gevolg is van oorzaken en omstandigheden en het besef dat de gevolgen overeenkomen met de oorzaken, leert ons dat we zelf verantwoordelijk zijn voor hetgeen we ervaren. Dit is dan de manier waarop de wet van oorzaken en gevolg zijn plaats krijgt in onderling afhankelijk bestaan, de theoretische of filosofische kant van het boeddhisme, terwijl we in de praktijk leren hoe liefde en mededogen leiden tot een houding van geweldloosheid en bereidheid anderen te helpen. Op basis van deze tweedeling in theorie en praktijk zijn er talrijke boeddhistische beoefeningen die allemaal bedoeld zijn voor het onder controle krijgen van onze eigen geest en waardoor we de kwaliteit van ons leven verbeteren.
Boeddhistische tantra
Als we eenmaal vat hebben op onze eigen geest en op de kwaliteit van ons leven, zijn er in het Tibetaanse boeddhisme de tantrische methoden, waarmee we de ontwikkeling versnellen. Oorspronkelijk zijn de tantrische methoden van het boeddhisme geheim omdat ze in handen van verkeerde beoefenaars niets positiefs opleveren en alleen maar problemen veroorzaken. De tantrische methoden zijn oorspronkelijk alleen maar bedoeld voor mensen die hun geest al helemaal onder controle hebben. Dit criterium was in de boeddhistische wereld zo ver doorgevoerd en de tantra's werden zo zeer geheimgehouden, dat er nu nog steeds hele bevolkingsgroepen in de boeddhistische wereld zijn, die niet geloven dat de tantra's ooit door de Boeddha zijn onderwezen. Dat geeft aan hoe geheim ze waren.
Hoewel die geheimhouding is doorbroken, ben ik daar zelf niet blij mee. Er zijn mensen in de Westerse Wereld, in Europa en Amerika die een verkeerd idee over de boeddhistische tantra's hebben ontwikkeld en orgieën met seksuele uitspattingen en verschillende drugs en alcohol houden onder het mom van tantra. Dat heeft niets met tantra te maken. Als mensen een orgie willen houden, dan moeten ze dat zelf weten, maar dat hoeven ze geen tantra te noemen. Toch heet één van de bekendste seksclubs in Amsterdam Yab Yum, nietwaar? Dat komt dan misschien omdat in de meditaties van de hoogste klasse van tantra, de hoogste yoga tantra, meditatieboeddha's worden afgebeeld die in een seksuele omhelzing met hun vrouwelijke wijsheidspartner zijn.
Ik kan in dat verband een verhaal vertellen uit de tijd van Tilopa en Naropa. Tilopa was een grote Yogi en Naropa was een zeer gerespecteerde abt van één van de grootste boeddhistische kloosters van die tijd. Naropa kwam bij Tilopa in de leer en verzocht om tantrisch onderricht waarop Tilopa antwoordde: "Nee, ga nou eerst nog maar een tijdje op mededogen en liefde mediteren." In die tijd luisterden de leerlingen nog heel goed naar de leraar, dus na een paar jaar op mededogen en liefde te hebben gemediteerd, kwam Naropa terug bij zijn meester Tilopa en vroeg: "Kan ik met tantrisch onderricht beginnen, want ik wil ook wel die tantra doen waarbij je de subtiele energieën absorbeert met behulp van een fysieke partner". Toen nam de grote Yogi Tilopa Naropa mee naar het bos. Midden in dat bos was een fruitboom overladen met vruchten, en Tilopa zei: "Als je echt je geest beheerst, dan ben je klaar voor tantra, anders niet”. Tilopa keek naar de vruchten in de boom, sloeg z'n ogen naar de aarde en tegelijkertijd, terwijl hij dat deed, vielen alle vruchten van de boom op de grond. Tilopa zei toen tegen Naropa: "Als jij echt je geest onder controle hebt, kijk dan omhoog en hang op die manier alle vruchten weer terug in de boom”. Dat lukte hem niet, tot Tilopa omhoog keek en ja, al die vruchten hingen weer op de plaats in de boom. Tilopa keek weer naar beneden en alle vruchten vielen weer op de grond. Naropa mocht het nog een keer proberen, maar hoe hij het ook probeerde, er ging geen appeltje terug naar de boom. Waarop Tilopa antwoordde: "Als leraar moet ik je toch teleurstellen want je bent er nog niet klaar voor. Ga maar weer terug om te mediteren."
Drie hoofdzaken van het pad
Dit verhaal vertel ik natuurlijk niet voor niets. Dit geeft aan dat de Tantrische methoden in het boeddhisme effectief kunnen zijn voor mensen die hun geest al volledig onder controle hebben. Zozeer zelfs dat ze dit soort magische dingen kunnen laten gebeuren. Tot we onze geest zover onder controle hebben biedt het boeddhisme methoden om:
- De altruïstische motivatie op te wekken, om steeds meer wezens in liefde en mededogen te betrekken,
- de juiste zienswijze te ontwikkelen: dat niets op eigen kracht bestaat en
- een krachtig verlangen naar bevrijding van de gebrekkige vormen van bestaan.
Alleen op basis van deze "drie hoofdzaken van het pad" en het volledig beheersen van de eigen geest, heeft het beoefenen van de hoogste yoga tantra, waarin overigens pas in het allerlaatste moment van de allerlaatste fase gebruik wordt gemaakt van een fysieke partner, zin. En anders, als iemand behoefte heeft aan seksuele uitspattingen dan moet hij dat natuurlijk zelf weten, maar dat is niet een grote verworvenheid, want zelfs de dieren doen aan seks. Een gewaarschuwd mens telt voor twee. De tantrische methoden zijn zeer effectief als je er klaar voor bent, anders niet. Hier wil ik het dan bij laten voor vanmiddag. Het is ook alleen de bedoeling geweest even iets van het Tibetaans boeddhisme te laten zien door jullie even een kijkje in de keuken te gunnen. De gerechten zullen later worden geserveerd.
Dharma
Als je iets wilt leren van het boeddhisme, dan ben je welkom hier je licht op te steken. Je kunt vragen naar hetgeen je wilt en je hoeft niet bang te zijn dat je met iets anders wordt opgezadeld. In alle gevallen is het advies en de instructie die hier gegeven worden geheel vrijblijvend. Het is mijn eigen overtuiging dat het boeddhisme veel te bieden heeft aan de westerse mens die al een behoorlijk materieel niveau van welvaart heeft bereikt. Eigenlijk hoeven de mensen hier alleen nog maar iets aan hun gedachten te veranderen om echt langdurig gelukkig te worden.
Pas nadat je eenmaal zelf hebt ervaren dat bepaalde methoden voor jezelf effectief zijn, dat je daar een stukje gelukkiger door wordt, want daar gaat het om, dan is op dat moment de tijd gekomen om de buren te waarschuwen, want die willen misschien ook een stukje gelukkiger worden. Dan ben ik er in ieder geval van overtuigd dat het effectief zal zijn.
Want de Dharma zoals dat heet, de Boeddhistische religie - en in wezen in essentie geldt dat natuurlijk ook voor andere religies - is bedoeld om mensen gelukkiger te maken. Religies zijn in feite dienstverlenende instituten die eraan moeten bijdragen dat mensen gelukkiger worden. Het Tibetaanse woord voor Dharma is 'Chö' en betekent in feite religie. (Je kunt het vergelijken met het Griekse woord 'religare' dat ook de betekenis heeft van vasthouden.) Dharma betekent het vasthouden van je geest, het bewustzijn, op zo'n manier dat je er niet ongelukkiger, maar gelukkiger van wordt. Wanneer wij ervaren dat we ongelukkiger worden dan beoefenen we dus geen Dharma. Als wij door wat dan ook ongelukkiger worden, dan is dat geen Dharma, want Dharma is datgene waar we gelukkiger van worden. De Dharma beschermt ons tegen het lijden, houdt onze geest zo vast dat we steeds minder hoeven te lijden. Het beschermt ons tegen het lijden. Dharma is daarom onze beschermer. En dat is een mooi woord als besluit.