Het mooie gezicht van shunyata, de leegte
Door Lama Thubten Yeshe
Vertaling: Margot Kool
Door het ego blijft de juiste zienswijze voor ons verborgen en hebben wij een verkeerde kijk op ons bestaan. Het ego-bewustzijn is de wortel van alle begoochelingen, de wortel van alle menselijke problemen. De manier waarop het ego-bewustzijn een verkeerd beeld op de objecten plakt is eigenlijk heel eenvoudig. We hoeven alleen maar van moment tot moment ons bewustzijn te beschouwen. Hoe denken we dat we bestaan? Als je goed kijkt hoe je eigen geest je realiteit interpreteert kun je dit begrijpen. Je kunt het in ieder geval op een grof niveau begrijpen. In werkelijkheid heeft het niets met je realiteit te maken, ook al heeft je geest het vooropgezette idee "dit ben ik, daar mag ik niets van kwijtraken, zo moet het altijd blijven". Deze vooropgezette meningen zijn de bouwstenen van het ego. Dit verkeerde beeld waaraan door het ego wordt vastgehouden heeft helemaal niets van doen met de werkelijke manier waarop alles bestaat.
Wat in feite plaatsvindt is dat van de kant van het subject, het ego aan de gedachte vasthoudt: "Ik ben ergens, ik besta ergens", zonder dat mijn bewustzijn dit benoemt met "ik ben Thubten Yeshe". In feite worden dus alle bestaande verschijnselen benoemd door de geest die alles verkeerd voorspiegelt. Een bepaalde realiteit is aanwezig, maar deze wordt benoemd met "dit is Jan, Francisca of welke naam dan ook". Er is iets, er is een verschijningsvorm, er zijn een aantal atomen en wanneer je naar deze atomen kijkt zeg je aan de hand van hun rangschikking: "dit is dat". Je benoemt dus doordat je zegt "dit is dat en dat is dit". Kijk naar je eigen geest die dat zegt. Dit is de realiteit, maar het ego kan niet accepteren dat het een project van je eigen bewustzijn is. Je denkt veel eerder dat deze realiteit, inherent, helemaal van de kant van het object komt in plaats van de geest. Dit is dus een verkeerd idee, deze zienswijze is een verkeerde zienswijze.
Met andere woorden wanneer we zeggen: "Dit is Thubten Yeshe" (Lama houdt een bloem omhoog) benoemen we deze; ik benoem, ik zeg: "Dit is Peter, Francisca, etc.". Als ik dit binnen mijzelf denk en ik zeg dan "deze bloem is die en die, dan denken jullie dat ik gek ben of niet soms?" Maar wanneer ik zeg "dit hier ben ik, Thubten Yeshe" (Lama wijst naar zichzelf) dan denken jullie "wat hij nu zegt is redelijk". Maar in feite wanneer ik zeg "Lama Yeshe is hier", wanneer ik Thubten Yeshe hier in dit object zoek (Lama wijst naar zijn lichaam), dan lijkt het alsof hij hier ergens is, maar daar bestaat helemaal geen Thubten Yeshe. Als je nu in dit object, mijn lichaam, gaat zoeken waar die Thubten Yeshe nu eigenlijk is, dan kun je nergens Thubten Yeshe vinden, die bestaat nergens. Dit is net als wanneer ik zeg "dit is Thubten Yeshe" (Lama houdt weer de bloem omhoog), jullie lachen dan en denken dat ik belachelijk ben, want jullie gaan zeggen: "Er bestaat daar helemaal geen Thubten Yeshe". Wanneer je in dit object (de bloem) naar Thubten Yeshe zoekt dan kun je die daar nergens vinden. Dus waar is nu die Thubten Yeshe? Precies hetzelfde geldt voor deze luchtbel hier (Lama's lichaam). Je kunt nergens Thubten Yeshe vinden. Valt dit moeilijk te accepteren? Onderzoek het! Ik hoop dat je er niet van uit je bol gaat. Misschien doet zich dan de vraag voor: "In deze bloem kunnen we nergens Thubten Yeshe vinden en ook niet in het lichaam, maar waar is Thubten Yeshe dan wel? Bestaat Thubten Yeshe wel?" Dat zit je je nu af te vragen. Het antwoord daarop is dat mijn verkeerde voorspiegeling een bepaalde visie heeft, deze ontstaat door het gedachtenproces waardoor ik bovenop deze vijf aggregaten, deze combinatie van lichaam en geest, een naam plak. Ik zeg dan: "Dit is Thubten Yeshe”.
Dit is echter van nul en generlei waarde, want wanneer je op zoek gaat naar waar hij zich bevindt, kun je hem nergens vinden. Er is slechts een luchtbel waarvan je zegt: "Dit is hem". Het is dus alleen een benoeming van een kortstondige combinatie van dingen.
Maar misschien kun je dan zeggen: "Dat lijkt me niet zo'n goede filosofie. Het is beter als je zegt dat Peters bewustzijn Peter is". Maar Peters bewustzijn is niet Peter. Peters bewustzijn zal in zijn toekomstige levens bestaan en het bestond ook al in zijn voorgaande levens. Voordat Peter geboren werd, bestond hij niet als Peter maar bijvoorbeeld als aap. Je noemde hem toen aap en geen Peter, ook al is zijn bewustzijn een voortzetting van ontelbare voorgaande levens.
Maar misschien zeg je dan dat zijn neus Peter is. Nee! Zijn neus is niet Peter. Dat is belangrijk om te weten. En ergens hier (been) is Peter niet, en ergens hier (arm) is Peter niet en hier en hier en hier is Peter niet (Lama wijst verschillende lichaamsdelen aan).
Hetzelfde geldt voor chocolade. Er is een bepaalde energie, maar onze smachtende geest zegt dat chocolade iets is dat inherent vanuit zichzelf bestaat. Je verkrijgt een bepaalde samenstelling van verschillende energieën en daaraan geef je de naam "chocolade". Dat is alles. Het is dus een benoeming. Chocolade is dus een benoeming van een combinatie van stoffen. Als je de energie onderzoekt kun je "dit is chocolade" niet vinden.
Als de zelf-bestaande ik echt bestaat, als de 'ik' vanuit mezelf bestaat, dan is deze ik niet afhankelijk van een naam, dan wordt het iets concreets. Elke ervaring van de zintuigen, elke informatie of wat dan ook, vatten we altijd op als iets concreets. Deze concrete zienswijze is de dualistische zienswijze, de verkeerde zienswijze. Het ego-bewustzijn houdt vast aan het vooropgezette idee dat er binnenin mij ergens iets concreets bestaat. Dit vooropgestelde idee, dit permanente idee is een totale overwaardering en is vergeleken met de ware aard van het bestaan volledig onrealistisch.
Als we dit nagaan, ons er bewust van zijn of gevoelig voor zijn, dan zullen we elke keer dat we vaststellen: "ik ben dit of ik zou zus of zo moeten zijn", weten dat het een soort fantasie, een hallucinatie is. Je kunt er onmogelijk het gefixeerde idee van "dit ben ik" op na houden. Elke minuut dat je naar jezelf in de spiegel kijkt is er een gefixeerd idee, maar van de kant van het object verandert het alweer snel in iets anders. Dat gefixeerde idee is een volledige hallucinatie en heeft dus niets met de realiteit te maken. Als we tot een eenvoudige conclusie komen dan kunnen we zeggen dat elke verschijning die zich voordoet, elke verschijning van een zintuiglijk object, altijd concreet aan ons verschijnt. Het entiteit zijn verschijnt van de kant van het object. Daarom is alles wat we normaal gesproken waarnemen wanneer we naar de wereld kijken en zeggen: "Dit is echt, alles wat ik zie is echt, alles wat ik ruik is echt", verkeerd.
Misschien denk je dat deze filosofische manier om de juiste en de verkeerde zienswijze te onderzoeken de dingen alleen maar moeilijker maakt. Maar dat is niet zo. Je hoeft alleen maar sceptisch te zijn ten aanzien van wat er aan je oog verschijnt, aan je oor, enzovoort, in plaats van alles maar klakkeloos te geloven en te accepteren zoals het zich aan je voordoet. Laat het er niet bij zitten, accepteer niet zo gemakkelijk de manier waarop alles verschijnt als een concreet idee. Wees een beetje achterdochtig.
Je ziet dus dat wanneer we het hebben over het realiseren van de juiste zienswijze, je niet de ruimte in hoeft te kijken, je hoeft niet naar de lama zijn gezicht te kijken of naar Boeddha's gezicht, kijk alleen naar het gezicht van al je gebruikelijke zienswijzen. Denk niet dat de juiste zienswijze zich ergens in de lucht bevindt en de verkeerde hier beneden; of dat heel Australië de verkeerde zienswijze is en de juiste zienswijze zich ergens in de bergen van de Himalaya bevindt. Bekijk het ook niet als volgt: "Oh Boeddha, u heeft de juiste zienswijze en daarom moet ik altijd naar u kijken en dan zal ik later de juiste zienswijze ontdekken". Nee, de juiste zienswijze is overal, dat is alles. Het mooiste gezicht van Sunyata is binnen alle verschijnselen. Daarom hoef je je geen zorgen te maken dat je nooit een mooi gezicht ziet —Sunyata, de juiste zienswijze, is het allermooiste gezicht dat bestaat.
We begrijpen natuurlijk dat we de concrete verschijning van het ego niet ogenblikkelijk kunnen vernietigen. Nee, het duurt lange tijd voordat het volkomen verdwenen is. Er zijn verschillende niveaus die we moeten zuiveren: de grovere niveaus en dan de steeds subtielere. Maar wat we op dit moment kunnen doen is onze strakke, onze volkomen rigide en gespannen opvattingen wat losser maken. Dat kunnen we, we kunnen ze wat ontspannen. Zelfs al is er een concrete verschijning dan weet je: natuurlijk verschijnt het, maar het is niet waar, het bestaat niet zoals het zich voordoet. Je hebt een wat dieper inzicht en wat ervaring en daarom geloof je en volg je die interpretatie niet meer.
Het voorbeeld dat Lama Tsong Khapa gebruikt is dat van een magiër die een kist betovert en deze verandert in een yak (Tibetaanse koe) of in spaghetti. Laten we nu eens aannemen dat ik de magiër ben en ik zet de kist hier voor jullie neer. Ik heb de kist al betoverd en heb er al de nodige energie ingestopt om deze te laten verschijnen als spaghetti of als yak. Wat nu gebeurd is, dat als ik als de magiër weet dat ik de kist betoverd heb, maar aan jullie doet deze zich voor als een grote yak of als warme spaghetti, klaar om op te eten. Door de magische kracht van de verschijning van de yak of de spaghetti doet deze zich ook aan de magiër als heel echt voor, alleen denkt deze van binnen: dit komt door de betovering. Hij gaat er emotioneel niet in mee, hij is bevrijd van de magische show en wordt er in het geheel niet emotioneel door verstoord. Maar voor de mensen die naar de show kijken is dit werkelijkheid totdat hij tegen hen zegt: "Dit komt door mijn betovering”. Het is mogelijk dat een aantal mensen gelooft dat er echt een yak of spaghetti is in plaats van een kist, dingen die in het geheel niet bestaan.
Ik denk dat jullie allemaal dit soort trucjes kennen; dat is algemeen bekend in het Westen. Ze laten veel van dergelijke trucs op televisie zien. Ze zeggen dan: "Nu ga ik toveren", en dan laten ze het zien. Dat is een heel belangrijk en actueel voorbeeld.
We hebben een verkeerde zienswijze als we naar de zintuiglijke wereld kijken, maar we moeten van binnen begrijpen dat deze verschijning niet echt is; op die manier volgen we de concrete verschijning niet. Is dit duidelijk?
Er zijn dus drie dingen. Aan de magiër doet de verschijning zich voor, maar hij houdt deze niet voor concreet; hij heeft er geen probleem mee. Dan zijn er de toeschouwers. Zij zien het ook maar houden het voor echt. En dan is er de persoon die het ziet zoals het is —een kist. Hij heeft zowel geen probleem met de verkeerde zienswijze als met het probleem van het vasthouden aan de verkeerde zienswijze. Dit is eenzelfde soort vergelijking.
Aanvankelijk hebben we er meestal geen notie van. We gaan maar door en door in de duisternis van de projectie van het ego. In het begin nemen we vooral de verkeerde, concrete zienswijze waar en houden we eraan vast. Vervolgens gaan we dit op een bepaald punt aangekomen in twijfel trekken, we worden achterdochtig. In dit stadium nemen we nog steeds de verkeerde zienswijze waar, maar we houden er niet meer aan vast; we hebben het wat losser gemaakt, het is iets meer op losse schroeven komen te staan.
Wanneer je het boeddhaschap ontdekt, wanneer je volkomen ontwaakt, als je de intelligentie van de totaliteit hebt, dan is er geen verkeerde zienswijze meer die vasthoudt aan het idee van een ego.
Waar het dus om gaat is dat we niet zo sterk aan een concrete verschijningsvorm moeten vasthouden —dit is wat ons voornamelijk aan samsara bindt en de voornaamste reden waarom we er zo pijnlijk in vastzitten. Het is niet alleen de zienswijze die we waarnemen, de zienswijze die we waarnemen is iets anders. Het ergste is dat we aan onze verkeerde zienswijze vasthouden en erin geloven. Dan zijn we emotioneel ontvankelijk om dit in problemen om te zetten. Wanneer je er echter niet in gelooft, niet aan vasthoudt, dan is het gemakkelijk. Je wordt er niet zo door geraakt net als wanneer je naar de televisie kijkt. Natuurlijk zijn er ook mensen die huilen wanneer ze naar de televisie kijken. Wat doe je daaraan?
De reden waarom ik jullie dit allemaal vertel is niet dat ik verwacht dat jullie een bepaald begrip van de boeddhistische filosofie hebben. Nee, deze keer zou ik graag zien dat jullie contempleren op het bewustzijn of de zienswijze van het bewustzijn observeren. De natuur van het universele bestaan is dat deze niet concreet, niet vanuit zichzelf bestaand is. Beschouw dit niet alleen als een filosofie. Nee, we hebben het hier over de realiteit. In deze kamer bijvoorbeeld bevindt zich van alles: er zijn meubels van hout, mensen en van alles. Als je een begrip hebt van de juiste zienswijze, dat alles niet vanuit zichzelf bestaat, niet concreet is, dan is er een eenheid, een totale eenheid tussen jezelf en alle andere bestaande verschijnselen. En in plaats dat je tussen jij en ik, tussen dit en dat heen en weer geslingerd wordt of dat het je verstikt, wordt alles heel ruimtelijk. Er is genoeg ruimte daar hoef je je geen zorgen over te maken. Er is genoeg ruimte voor ons allemaal om ons vrij in te bewegen.
In deze allesomvattende werkelijkheid, de non-dualiteit oftewel sunyata komt en gaat al het bestaande, wordt al het bestaande geboren en sterft het —en dit functioneert allemaal binnen de niet vanuit zichzelf bestaande, niet-concrete realiteit.
We zeggen vaak "ik ben zondig, slecht, negatief, ik heb niet veel kwaliteiten, of ik ben lelijk". Maar wat je ook over jezelf denkt, het is niet je uiteindelijke natuur. Je maakt je onnodig zorgen. Door je vooroordeel, je gefixeerde idee maak je je voortdurend zorgen. "Ik ben slecht, goed, slecht, goed." Je gaat de hele tijd op en neer.
Wat we moeten leren inzien is dat ons menselijk bewustzijn van nature zuiver en helder is. Het ego is als een golf op de oceaan. Wanneer je naar het strand gaat en er zijn hoge golven dan vind je de hoge golven niet fijn maar de oceaan mooi. Je bent bang voor de hele hoge golven maar als je de golf onderzoekt, dan zie je dat die een stukje van de oceaan is en daarmee een eenheid vormt. Hetzelfde geldt voor het ego-bewustzijn dat aan de verkeerde entiteit vasthoudt —het is een deel, of een reactie van de oceaan van bewustzijn. Het behoudt in feite steeds zijn helderheid.
Wanneer we ons bewustzijn gadeslaan moeten we dat niet te rigoureus aanpakken. "Ik moet een zuivere en heldere staat van geest bereiken. Ik moet het hebben, want ik werk eraan, ik mediteer erop, ik kom naar deze meditatiecursus, ik mediteer elke dag, ik werk eraan en ik hoop dat ik het volgend jaar zal hebben." Zo werkt het niet, dat is ook onzin. Deze denktrant wordt een hindernis, het voorkomt het.
We verstaan onder bewustzijn het vermogen om zuiver en helder waar te nemen. Dat is bewustzijn. Daarom is deze zuivere en heldere natuur altijd aanwezig. We moeten niet geloven dat we volkomen van de werkelijkheid verwijderd zijn, dat we van nature altijd in beroering zijn. Het is niet goed om te denken "ik ben volkomen slecht en negatief, ik ga vast en zeker naar de hel". Je plaatst jezelf zo te veel in een positie die helemaal niet zo is. Zoals ik al eerder zei, het ego houdt daar zo aan vast. Maar het ego is maar een golf, een hoge golf in de oceaan. De oceaan is in feite zuiver en helder en het ego is slechts een deel van de oceaan. Daarom wil ik dat jullie contempleren op de zuivere en heldere natuur van je bewustzijn.
Misschien rijst de vraag "wat is bewustzijn". O.K. Bewustzijn is ervaring, alles wat je ervaart —de fysieke en de mentale ervaring; deze twee tegelijk. De mentale ervaring is van nature zuiver en helder en ik wil dat je daarop contempleert. Contemplatie op het bewustzijn leidt tot non-dualiteit. Het leidt daar vanzelf naartoe omdat het bewustzijn zo subtiel is en je voelt dat de grovere niveaus van bestaan verdwijnen en dan contempleren we in meerdere of mindere mate op de leegte, op de non-dualiteit.
Er bestaat een nauw verband tussen contemplatie op het bewustzijn en de non-dualiteit. Met andere woorden, concentratie op de helderheid van het bewustzijn leidt automatisch tot het gevoel dat alles verdwijnt. Wanneer dat gebeurt moeten we niet bang zijn maar voelen dat dit het is, dat het hier om gaat. We moeten dat niet op onze gebruikelijke dualistische manier denken en de ervaring op een concrete manier als "dit is dat” identificeren.
De reden waarom er zo de nadruk wordt gelegd op contemplatie op de helderheid van het bewustzijn is dat het een directe methode is die leidt tot de ervaring van non-dualiteit. Bovendien helpt het om het tantrische voertuig binnen te gaan, omdat we op deze manier gemakkelijker de tantrische methode van transformatie kunnen begrijpen. We krijgen een inzicht in de tantrische methode om onszelf in de goddelijke kwaliteit van de meditatieve boeddhavorm te veranderen. Waar het hier om gaat is dat als we niet iets van zachtheid ervaren, als we de concrete opinie en verkeerde zienswijze niet onderuithalen, we dit niet kunnen verwezenlijken.
Voor we binnengaan in de tantrische beoefening hebben we een geschikte fundering nodig. Deze verkrijgen we door onze concrete vooroordelen omver te werpen.
Bewustzijn is van nature helder maar Westerlingen geloven dat het iets concreets is. Zij geloven ook dat zij zondig en negatief zijn. Maar een mens is gemaakt voor schoonheid. De geest is helder, deze fundamentele helderheid is er altijd, daarom is er altijd schoonheid.